Office Tips

Raster- en hulplijnen weergeven en gebruiken

Raster- en hulplijnen weergeven en gebruiken

Met behulp van rasterlijnen kun je het middelpunt van jouw dia of document bepalen, en vormen en objecten precies op de juiste positie plaatsen.

In Excel 2007 dienen rasterlijnen tevens om het invoeren en zoeken van gegevens in werkbladen te vergemakkelijken. In PowerPoint 2007 kun je bovendien hulplijnen voor tekenen gebruiken om vormen en objecten op dia's te plaatsen.

 

Overzicht van rasterlijnen en hulplijnen voor tekenen

Rasterlijnen

Rasterlijnen verschaffen visuele richtsnoeren ten opzichte van de dia, het document of het werkblad, zodat je vormen en objecten gemakkelijker kunt uitlijnen. In Excel 2007 dienen rasterlijnen voornamelijk ter onderscheiding van celbegrenzingen.

Je kunt rasterlijnen weergeven of verbergen en je kunt raster- en hulplijninstellingen wijzigen door een keuze te maken uit een reeks vooraf ingestelde afmetingen. Rasterlijnen zijn onzichtbaar tijdens een diavoorstelling en worden niet afgedrukt in een presentatie of document. In Excel 2007 is het mogelijk rasterlijnen af te drukken.

Voor het tekenraster is de optie Uitlijnen op raster beschikbaar, waarbij objecten tijdens het tekenen of verplaatsen worden uitgelijnd op het dichtstbijzijnde snijpunt van het raster of ten opzichte van een ander object.

Tip  Als je de uitlijningsopties tijdelijk wilt opheffen, houd je ALT ingedrukt terwijl je de vorm of het object versleept.

Hulplijnen voor tekenen

In PowerPoint 2007 kun je bovendien hulplijnen voor tekenen gebruiken om vormen en objecten op dia's te plaatsen. Hulplijnen voor tekenen kunnen worden weergegeven of verborgen, en je kunt ook hulplijnen toevoegen of verwijderen. Wanneer je een hulplijn versleept, zie je naast de aanwijzer de afstand tot het middelpunt van de dia. Hulplijnen voor tekenen zijn niet zichtbaar in een diavoorstelling en worden niet afgedrukt in een presentatie.

Gebruik het raster om objecten nauwkeuriger uit te lijnen, vooral ten opzichte van elkaar.

 

In PowerPoint 2007 gebruik je een of meer hulplijnen om objecten gelijkmatig te verdelen, waarbij het raster kan zijn in- of uitgeschakeld.

 

 

Rasterlijnen weergeven

Word

  • Klik op de vorm of het object in het document.
     
  • Klik onder Hulpmiddelen voor tekenen, op het tabblad Opmaak in de groep Schikken op Uitlijnen en klik vervolgens op Rasterlijnen weergeven.



    Als je de tabbladen Hulpmiddelen voor tekenen of Opmaak niet ziet, moet je controleren of je wel een vorm of object hebt geselecteerd.

    Opmerkingen
  • Als je slechts enkele rasterlijnen wilt weergeven, klik je op Uitlijnen en vervolgens op Rasterinstellingen, waarna je onder Raster weergeven op het gewenste aantal rasterlijnen klikt in de lijst Verticaal interval of Horizontaal interval.
     
  • Standaard worden vormen en andere objecten alleen op het dichtstbijzijnde snijpunt van rasterlijnen uitgelijnd als het raster wordt weergegeven. Als je ook op het raster wilt uitlijnen als dit onzichtbaar is, schakel je het selectievakje Objecten op raster uitlijnen wanneer de rasterlijnen niet worden weergegeven in.

 

Excel

  • Schakel op het tabblad Beeld in de groep Weergeven/verbergen het selectievakje Rasterlijnen in.

 

PowerPoint

  • Ga naar het tabblad Start en klik in de groep Tekenen op Schikken, wijs Uitlijnen aan en klik op Rasterlijnen weergeven.



    Tip  Je kunt ook de sneltoets SHIFT+F9 gebruiken om rasterlijnen weer te geven of te verbergen.

 

Hulplijnen voor tekenen weergeven in PowerPoint 2007

  • Ga naar het tabblad Start en klik in de groep Tekenen op Schikken, wijs Uitlijnen aan en klik op Rasterinstellingen .

    Tip  Je kunt ook met de rechtermuisknop klikken in een leeg gebied van de dia (geen tijdelijke aanduiding) of in de marge rond de dia, en vervolgens op Raster en hulplijnen klikken.
     
  • Schakel het selectievakje Hulplijnen voor tekenen weergeven op het scherm onder Instellingen voor hulplijnen in.

Opmerkingen

  • Je kunt ook de sneltoets ALT+F9 gebruiken om de hulplijnen voor tekenen weer te geven of te verbergen.
     
  • Als je een hulplijn wilt toevoegen, hou je CTRL ingedrukt terwijl je de hulplijn naar een nieuwe plaats sleept.
     
  • Als je een hulplijn wilt verplaatsen, sleep je deze naar een nieuwe locatie. Tijdens het slepen van een hulplijn wordt de afstand vanaf het middelpunt van de dia weergegeven.
     
  • Als je een hulplijn tussen rasterlijnen wilt plaatsen, hou je ALT ingedrukt terwijl je de hulplijn versleept.
     
  • Als je niet de afstand vanaf het middelpunt van de dia maar vanaf de huidige locatie van de hulplijn wilt weergeven, hou jeSHIFT ingedrukt terwijl je de hulplijn versleept.
     
  • Als je een hulplijn wilt verwijderen, sleep je de hulplijn tot buiten de dia.
     
  • Als je een hulplijn wilt gebruiken om vormen of objecten uit te lijnen, sleep je een hulplijn naar de positie waarop je de vormen of objecten wilt uitlijnen. Vervolgens sleep je elke vorm of elk object naar de hulplijn, zodat het middelpunt of een hoekpunt automatisch wordt uitgelijnd op de hulplijn.